Online drama

Allesbehalve ideaal. Maar als het dan toch moet.....


7 x KORTE SPELLETJES ONLINE

 

Zelfde kleur

Vraag de spelers vier grote voorwerpen te halen in de volgende kleuren: groen, rood, blauw en geel en geef ze hier een minuut voor. Als de spelers geen groot voorwerp kunnen vinden, dan kunnen ze het voorwerp straks dichtbij de camera houden. Vraag iedereen de voorwerpen uit beeld te leggen en je telt af 3,2,1.. Bij 0 houdt iedereen één voorwerp voor de camera. Zorg dat de kleur goed te zien is voor iedereen. Zeg ze dat de spelers ondertussen ook goed moeten kijken naar de kleur van de voorwerpen van de anderen. Nu haalt iedereen zijn of haar voorwerp weer weg. Vertel nu dat het de bedoeling is dat ze in zo weinig mogelijk rondes allemaal een voorwerp van dezelfde kleur voor de camera houden, zonder te overleggen. Tel weer af en iedereen laat weer een andere of dezelfde kleur zien. Ga zo door tot het hele scherm rood, blauw, groen of geel is.

 

Allemaal uitbeelden

Eén speler draait zich om, zodat hij of zij niet ziet welk beroep, dat je op een blaadje hebt geschreven, je laat zien aan de rest van de groep. De omgedraaide speler draait zich weer terug en raadt welk beroep alle andere spelers uitbeelden. Dan is de volgende aan de beurt. Dit kan uiteraard ook met heel veel andere categorieën: locaties, dieren, emoties, handelingen en ga zo maar door.

 

Woord spellen

Laat achter elkaar een Banaan, een Ei en Limonade zien en vraag welk woord je gespeld hebt. BEL natuurlijk. Geef de spelers een paar minuten voorwerpen te verzamelen, zodat zij ook woorden kunnen spellen voor de rest. Geef de beurt aan een van de spelers. Wie raadt het als eerste?

 

Zoek

Laat de spelers zo snel mogelijk iets thuis zoeken dat rood is en dat voor de camera te houden. Daarna geef je de spelers steeds opdrachten andere voorwerpen te halen waar bij voorkeur een verhaal aan vastzit. Bijvoorbeeld: breng het schattigste in huis voor de camera (mag levend zijn) , het bijzonderste voorwerp in je kamer, iets dat je allang had moeten weggooien maar dat nog steeds in je kamer ligt, etc. Vraag steeds aan een paar spelers iets te vertellen over hun voorwerp.

 

Ik...

Bij de start van elke ronde heeft iedereen de camera uit. Zeg iets over jezelf, bijvoorbeeld: "Ik heb een oudere broer." Iedereen die een oudere broer heeft, zet zijn of haar camera aan. Kies iemand die zijn/haar camera aan heeft, die vervolgens weer iets nieuws over zichzelf zegt: over de laatste vakantie, woonplaats, geboortemaand, lievelingsdier etc.

 

Samenwerken

Dit spel kun je alleen doen met een groep waarbij alle spelers op 1 scherm passen. Vraag de spelers de volgende opdrachten zo snel mogelijk uit te voeren, zonder te overleggen:

  • Er zijn nog maar 8 mensen in beeld.
  • Er zijn 2 paraplu’s, 5 gezichten en 27 vingers in beeld.
  • 5 mensen hebben hun handen voor hun ogen.
  • 3 van jullie zijn op vakantie en 4 mensen in de supermarkt (spelers veranderen hun background)

Enzovoorts.

 

Tekenen

Maak van tevoren een eenvoudige tekening. Laat deze tekening niet zien, maar beschrijf hem aan de spelers. De spelers maken de tekening na op jouw aanwijzingen en als je klaar bent, laat iedereen hun tekening zien.

 

 

 

 

8 x RADEN/WEDSTRIJDJES ONLINE

 

Spreekwoorden

Beeld een spreekwoord uit en laat de spelers raden wat je uitbeeldt. De speler die het als eerste goed raadt, mag het volgende spreekwoord uitbeelden. Geef iedereen even de tijd er een op te schrijven voor zichzelf. Dit kan natuurlijk ook met titels van liedjes, boeken, films enzovoorts.

 

Verhaal eh….

Doe een wedstrijdje wie zo lang mogelijk een verhaal kan vertellen zonder eh of ehm te zeggen. Time de verteller.

 

Verhaal tegenwoordige tijd

Doe een wedstrijdje wie zo lang mogelijk een verhaal kan vertellen dat in het verleden is gebeurd, maar dat in de tegenwoordige tijd verteld moet worden. Time de verteller.

 

Twee leugens, één waarheid

Stuur de spelers in drietallen in breakout-rooms en vraag ze straks met drie fantastische verhalen terug te komen, dus elke speler heeft straks een verhaal. Eén van de verhalen is waar en de andere twee niet. Aan de rest de taak te raden welk verhaal echt gebeurd is.

 

Commando

Het welbekende spel commando is goed te doen online. Geef iedereen drie levens. Je kunt niet echt goed bijhouden wie er af is, maar de spelers kunnen dit zelf. Het gaat ook meer om de lol dan dat het er nou eerlijk aan toe gaat.

 

Wie is het?

Dit spel kun je alleen doen met een groep waarbij alle spelers op 1 scherm passen.  Vraag speler A en speler B om het spel te spelen. Alle andere spelers zijn de karakters uit het bekende spel 'Wie is het?'. Schrijf nu de naam van één van de karakters op. Speler A en speler B stellen om de beurt vragen om erachter te komen wie het gekozen karakter is. Ze kunnen vragen stellen over uiterlijke kenmerken, maar ook over de ruimte waar de karakters zich in bevinden. Karakters die afvallen zetten hun camera uit, maar houden hun geluid aan. Speel net zolang tot speler A of speler B de juiste persoon heeft geraden.

 

Van wie is...?

Vraag aan iedereen in een persoonlijk chatbericht zijn of haar tweede naam te sturen. Kies er eentje uit, zeg hem hardop en vraag aan de groep of ze kunnen raden van wie die tweede naam is. Of... vraag hun ideale beroep, favoriete schoolvak, eten dat ze heel vies vinden etc.

 

De meeste

Vraag de spelers iets roods, iets blauws en iets geels te halen. Op jouw teken laten ze één van hun voorwerpen zien. De kleur die het meeste voorkomt wint. De spelers die deze kleur hebben laten zien, mogen blijven en de andere spelers moeten hun camera uitdoen. Spelers mogen niet twee keer na elkaar dezelfde kleur laten zien. Ga door tot er twee spelers over zijn.

 

5 x IMPROVISATIE ONLINE

 

Voorwerpenronde

Laat iedereen hetzelfde voorwerp halen, bijvoorbeeld de welbekende wc-rol. Vraag aan de spelers goed te kijken naar de wc-rol en te bedenken wat je er nog meer mee zou kunnen dan waar het eigenlijk voor gebruikt is. Geef eventueel zelf een voorbeeld, maar vaak hebben spelers al genoeg ideeën. Geef steeds een ander de beurt. Hoe creatiever, hoe beter!

 

Hendrik de Slome Balletdanser

Dit is een oefening voor spelers die graag en makkelijk rollen spelen. Vraag aan speler 1 drie letters. Deze zegt bijvoorbeeld de H, de S en de B. Vraag aan speler 2 hier een naam, een eigenschap en een beroep mee te bedenken. Bijvoorbeeld Hendrik de Slome Balletdanser. Speler 3 is Hendrik de Slome Balletdanser. Zet speler 3 in de spotlight. Direct en zonder na te denken vertelt speler 3 wat de plannen zijn voor vandaag. Of wat hij/zij gisteren heeft gedaan. Of over zijn/haar laatste vakantie. Het hoeft niet lang. Tijd voor de volgende ronde.

 

Persco

Eén speler draait zich om, zodat hij of zij niet ziet wat je aan tekst ophoudt voor de rest van de groep. Dat wat je laat zien is een bekend iemand (bijvoorbeeld koning Willem-Alexander) en waarom diegene in het nieuws is gekomen (is verslaafd aan breien). De omgedraaide speler draait zich weer terug. Je zet de speler in de spotlight, bedankt hem/haar voor zijn/haar openheid op de persconferentie en zegt dat er nog wel wat vragen zijn van de journalisten. De andere spelers zijn allemaal journalist. De speler om wie het gaat moet door de vragen van de journalisten proberen te ontdekken wat er aan de hand is; alhoewel de speler niet weet wie hij/zij is en waarom hij/zij in het nieuws is, moet deze speler toch antwoord geven, het liefst meer dan alleen ja of nee. De vragen van de journalisten zijn eerst erg open & vaag en worden steeds specifieker. De journalisten mogen echter nooit letterlijk zeggen wat er aan de hand is of verklappen welk personage de geïnterviewde speler is. Het spel is afgelopen als de geïnterviewde speler heeft geraden wie hij of zij is en waarom hij of zij in het nieuws is gekomen.

 

Verhaal voorwerpen

Geef alle spelers een minuut om een bijzonder voorwerp te halen uit huis. Als iedereen weer terug is, vraag je wie van de spelers een verhaal wil starten. Deze speler geef je een beginzin, bijvoorbeeld: “Jullie zullen nooit geloven wat er gisteren met me is gebeurd!”. Terwijl de speler aan het vertellen is, zet je af en toe een andere speler in de spotlights, die zijn of haar voorwerp op dat moment voor de camera laat zien. Dit voorwerp moet de verteller direct in zijn of haar verhaal verwerken. 

 

Waarom ben je zo laat?

Jij bent de baas van een fabriek en de spelers zijn de werknemers. Eén van de werknemers is te laat vandaag. Dat is alweer de zoveelste keer, je bent hier niet van gediend, dus deze werknemer moet wel een heel goed verhaal hebben wil hij of zij niet ontslagen worden! Vraag nu één van de spelers de meeting even te verlaten en plaats te nemen in de wachtkamer. Met de overige spelers bepaal je wat de reden voor het te laat komen van deze werknemer is. Hoe fantasievoller de reden, hoe leuker. Bedenk samen een reden in twee delen, bijvoorbeeld: ik werd aangevallen door mijn broodtrommel (1) en toen moest ik naar het ziekenhuis omdat ik bijna doodbloedde (2). Laat de te late werknemer binnen en vraag waarom hij/zij alweer niet op tijd is. Omdat de andere werknemers niet willen dat de te late werknemer ontslagen wordt, beelden zij stap voor stap uit wat de reden is. Tijdens het uitbeelden moet de speler die te laat is zijn of haar smoesje vormgeven en blijven praten. Speel een strenge baas!

 

Genoten van deze spelletjes? Hier vind je nog 250 andere spelletjes, voor als het niet meer online hoeft:

4 x GROTERE OPDRACHTEN ONLINE

 

Reclame

Vertel dat je vandaag graag geld uitgeeft en dat zij iets aan jou gaan verkopen middels reclames. De spelers gaan met z’n vieren in breakout-rooms om een reclame te maken voor een voorwerp dat ze alle vier thuis hebben liggen. Nummer 1 begint de reclame: hij of zij zegt hoe het voorwerp heet (geen pen maar een ‘de super-de-luxe Penniola 2021’ bijvoorbeeld) en wat het kan (niet schrijven, maar iets veel fantastischers). Nummer 2 is de ervaringsdeskundige, die vertelt hoe zijn of haar leven is veranderd door dit product. Nummer 3 vertelt de aanbieding (alleen deze maand zoveel % korting, 2 voor de prijs van 1 etc) en nummer 4 eindigt met een slogan of een jingle. Je kunt maar één keer je geld uit geven, dus laat ze hun product goed aanprijzen! Geef ze tien minuten tot een kwartiertje de tijd om dit voor te bereiden en haal ze dan allemaal terug en koop uiteindelijk een van de producten.

 

De magische poort

Vraag een paar dagen voor de les of meeting per mail of een van je spelers met je mee wil spelen. Jullie bereiden samen een stukje voor, waar de rest van de spelers geen weet van heeft. Vraag deze speler bijvoorbeeld een lepel, een vork, een doekje en een bakje yoghurt klaar te hebben staan, waarvan alleen het bakje yoghurt in beeld te zien is. Als de les of meeting is gestart, spreek je op een gegeven moment deze speler aan en vraagt of ze daar iets lekkers hebben staan. "Ja', zegt de speler, "alleen heb ik geen lepel". Jij zegt dat er toevallig een op je tafel ligt en of hij of zij deze lepel wil? Je geeft een lepel, maar het komt er aan de andere kant als vork uit. Daar heeft hij of zij niet zo veel aan. Misschien dat het andersom ook werkt. Geef een vork aan de speler en ja hoor, het komt er als lepel uit. Als de speler morst, geef je een wc-rol, die er als doekje uitkomt. De speler maakt het schoon en gooit het doekje terug, dat jij vangt. Dit is maar een voorbeeld om het duidelijk te maken - uiteraard kan van alles en nog wat gespeeld worden. Vraag een applaus voor de speler die in het complot zat. Leg nu iedereen uit over de magische poort en vraag wat er nog allemaal meer mee zou kunnen. Geef de spelers nu de opdracht iets dergelijks voor te bereiden in tweetallen in breakout-rooms. Je kunt ze een locatie meegeven, maar je kunt dit ook open laten. Daag ze uit creatief te zijn met wat er allemaal kan met de magische poort. Dingen breken, gieten, dingen veranderen van vorm, grootte, aantal of samenstelling enzovoorts. Laat ze ook denken over wat er allemaal kan zonder dat je voorwerpen gebruikt: op afstand vechten, blazen, de computer heen en weer bewegen etcetcetc.

 

Soap-lag

Soms staat een videobeeld stil, omdat de verbinding niet goed is. 'Hij lagt 'm' wordt ook wel gezegd. Bij deze opdracht maken we hier handig gebruik van. Vertel de leerlingen dat ze een soapscene gaan voorbereiden in groepjes van drie of vier in de breakoutrooms. Geef een situatie (bijvoorbeeld het ontdekken van vreemdgaan, een brand in een huis, etc) en/of stereotype soapkarakters (de sluwe zakenman, de verleidelijke vrouw, de naïeve buurvrouw etc) mee. De cliffhanger aan het einde van de scene is voor 1,2 of 3 personages ook echt een freeze, maar de andere speler(s) gaan nog even door. Zij zijn nog niet bij de cliffhanger aangekomen, waardoor de hele situatie die ervoor gespeeld werd, compleet verandert. (En nu maar hopen dat de boel niet echt vastloopt....)

 

Lichtuitval

Deze opdracht bereiden de spelers in tweetallen in breakoutrooms voor. Elk tweetal krijgt een dramatische gebeurtenis mee, zoals bijvoorbeeld een aardbeving, een overstroming of een vastgelopen achtbaan. Geef ze de opdracht dat als ze het straks voor de andere spelers spelen, nét voor de climax hun camera's uit te zetten, maar wel gewoon door te blijven acteren met hun stem. Het publiek ziet niets meer, de acteurs ook niet, maar de personages kunnen nog steeds alles zien. Dit gedeelte geeft de spelers de gelegenheid helemaal los te gaan en alles te laten gebeuren wat ze maar kunnen bedenken. Na de climax doen de spelers de camera's weer aan en het (toneel-) beeld ('decor', kleding en/of rekwisieten)  is helemaal veranderd ten opzichte van de beginsituatie.....en de spelers ronden de scène af.

 


BLOGS

BLOG 1: Hebben we hier ook Pepper?

verschenen op tobekinderopvang.nl

 

Pepper

De leerlingen staan in groepjes van vier verspreid over de ruimte om een scène voor te bereiden. Ze moeten niet alleen bedenken wat er in hun scène gebeurt, het moet ook nog eens in het Engels. Na een minuut of vijf komt David naar me toe. David: “Mevrouw, hebben we hier ook papier?” Ik: “Could you ask me in English, please?” David, met een grote glimlach: “Ja, natuurlijk. Mevrouw, hebben we hier ook pepper?” Bijna de hele zin in het Nederlands met als toetje nog een Engelse specerij en toch geef ik hem een compliment. Omdat hij het heeft geprobeerd.

Run for your life

Ik was 13 toen ik met mijn vader, zus en broertje op fietsvakantie ging naar Engeland. Ik was net over naar de tweede klas van de middelbare school met een 9 voor Engels en was er helemaal klaar voor. Met de ferry voeren we naar Hull en de eerste nacht verbleven we in een Bed & Breakfast in York. De eerste ochtend liep ik de slaapkamer uit naar de trap om naar beneden te gaan voor het ontbijt. Ik was in de volle overtuiging dat mijn vader, zus en broer achter me aankwamen. Ik wil nét de eerste tree naar beneden nemen als ineens de vrouw des huizes onderaan de trap verschijnt. Ze kijkt me aan. Ik verstijf. Ze begint tegen me te praten. In het Engels. Een echt Engels iemand gaat tegen mij praten! In blinde paniek kijk ik naar achteren voor hulp, maar daar staat niemand. Ik sta er alleen voor. Wat ze vraagt weet ik niet. Dat het een vraag is, hoor ik nog net, maar mijn oren en hersenen doen het niet meer. Mijn antwoord op haar vraag moet iets geklonken hebben als “Wuhrlkgfblsh”. Ik roep mijn vader en trek een spurt terug naar de slaapkamer. Met mijn 9 voor Engels.

Durven praten

Je kunt nog zo goed op papier zijn, als je niet durft te praten, dan heb je weinig aan je goede rapportcijfer. Hoe sneller je leert over je angst om te spreken (lees: over je angst om fouten te maken) heen te stappen, hoe meer profijt je ervan hebt. Drama is een heel doeltreffend middel om op speelse manier onbewust beter te worden in het spreken en verstaan van Engels. En dat je daarbij fouten mag maken, spreekt voor zich. Ik zeg altijd tegen mijn klassen dat ik van fouten hou. “Zeg het maar in Denglish!” (mix of Dutch and English) “Maak maar zo veel mogelijk fouten, als het maar in het Engels is.” Als ik zelf even een woord niet weet in het Engels, zeg ik het in het Nederlands met een sterk overdreven Engels accent. “You will have to afsprrreek dat.” Alles om de leerlingen te laten weten dat fouten maken prima is en proberen meer dan het halve werk.

Twee spelletjes in het Engels

1. The one in the middle

Alle kinderen zitten op stoelen in de kring. Ga in het midden staan en zeg iets over jezelf in het Engels, bijvoorbeeld: ”I have brown eyes.” Iedereen die ook bruine ogen heeft, gaat staan. Iedereen die staat, zoekt nu een nieuwe lege stoel op. Jij gaat zelf ook op een lege stoel zitten, zodat er één kind geen stoel heeft en in het midden komt te staan. Deze jongen of dit meisje zegt vervolgens iets over zichzelf en de stoelenveroverij herhaalt zich. Een kind in het midden kan alles zeggen over zichzelf, als het maar in het Engels is. Iets over de vakantie, hobbies, familie, geboortedatum, woonplaats, leeftijd etcetera. Weet hij of zij niet hoe je het zegt in het Engels, dan kunnen de andere kinderen helpen.

2. Simon says

De Engelse variant van het spel ‘Commando’. Zeg je voor je opdracht ‘Simon says’ dan moeten de kinderen dat uitvoeren. Zeg je dat niet, dan moeten ze niets doen. Hierbij kun je eindeloos veel soorten opdrachten geven:

  • Touch your nose / left knee/ ears / head……
  • Point to the door / the floor / your neighbour / yourself……
  • Spin around / step forward / step sideways / hands up in the air
  • Sing / cry / laugh / shout / dance / wave ….

Het is ook leuk als een kind jouw rol mag overnemen na een bepaalde tijd.

Ferry blij

De les erop heb ik een busje peper meegenomen voor David. Hij was er ‘ferry blij’ mee.

BLOG 2: Krijg je hier nou voor betaald?

verschenen op tobekinderopvang.nl

 

Betaald

Ik sta op een vroege maandagochtend voor de klas uit te beelden hoe een kip reageert als ze erachter komt dat haar ei gestolen is. Terwijl ik dit aan het doen ben, zie ik vanuit mijn ooghoek dat een leerling me gebiologeerd aankijkt. Er verschijnt een grijns op zijn gezicht. Alsof hij ineens een grappige gedachte krijgt. Als ik klaar ben, gaat zijn hand direct de lucht in. Ik: “Robert, zeg het eens.“ Robert: ”Krijg je hier nou voor betaald?” Ik: “Jazeker.” Robert: “Briljant!”

Ik blijf altijd spelen

En Robert heeft gelijk. Hoe briljant is het dat ik betaald krijg om te spelen? Toen ik twaalf was en mijn oudere zus veertien snapte ik er werkelijk niets van dat zij boven met haar vriendinnen op haar kamer ging praten. Praten? De hele middag? Kon er iets saaier zijn dan dat? Ik heb daar en toen gezworen aan mezelf: ‘Ik blijf altijd spelen.’ Ik was daar stellig van overtuigd. (Als ik nu helemaal eerlijk ben, dacht ik letterlijk: “Ik blijf altijd buiten spelen”, maar de strekking blijft hetzelfde, vind ik ?.) En ik heb woord gehouden. Mijn baan bestaat uit spelen, ik speel elke dag voor de klas of in een voorstelling en vind het nog steeds het leukste wat er is.

Spelen geeft vrijheid

Mijn leerlingen houden er ook van. De meesten dan. Niet alle leerlingen staan uit zichzelf te springen als ze horen dat drama op het menu staat, maar als ze merken dat ik ze nooit voor het blok zet en zorg dat het altijd veilig voor ze is, dan gaan zelfs de schuwste kinderen uiteindelijk om. Want drama brengt vrijheid. Vrijheid om te experimenteren met gedrag, vrijheid om daarheen te gaan waar je anders nooit zou komen, vrijheid om alle beroepen van de wereld te zijn, vrijheid om te zeggen wat je wil, vrijheid om je impulsen te volgen, om eens niet zo goed na te denken maar gewoon te doen wat er in je opkomt, om je fantasie de vrije loop te laten, om een rokje aan te doen als je een jongen bent en dat niemand dat dan gek vindt, vrijheid om dingen te laten gebeuren die in het echt helemaal niet kunnen, om te zijn wie je bent en te voelen wat je voelt…. en ik kan zo nog wel een uur doorgaan.

Uitbeeldspelletjes

Uitbeelden stond dus op de agenda die maandagochtend. Anne heeft een vlag geplant op de piek van een berg, Ilias en Binc moesten oppassen voor een ontsnapte tijger en Sophia vond een trouwring in haar appel.

Wil je je jezelf ook eens wagen aan uitbeeldspelletjes, dan zijn dit twee heel leuke, Het enige dat je nodig hebt zijn kaartjes met verschillende WIE, WAT, WAAR en HOE.

  1. Verdeel de groep in twee teams en vertel vervolgens welke categorie er uitgebeeld gaat worden: WIE, WAT, WAAR of HOE. Eerst is team A aan de beurt. Twee spelers uit team A beelden samen zonder geluid of woorden het begrip uit. De rest van team A raadt. Zodra het begrip geraden is, zijn de volgende twee spelers uit team A aan de beurt, enzovoorts. Tel na 3 minuten hoeveel begrippen zijn geraden. Kan team B deze score verbeteren?
  2. Kies vier spelers uit. Spelers B, C en D gaan naar de gang en speler A komt voor de groep te staan. Geef speler A een kaartje en vertel dat hij/zij straks twee (of drie of vier, wat jij kiest) begrippen moet uitbeelden voor speler B. Speler A leest de begrippen en onthoudt ze. Speler B komt terug van de gang, kijkt naar dat wat speler A uitbeeldt en doet haar of hem op hetzelfde moment na. Nu gaat speler A zitten en komt speler C van de gang.  Speler B beeldt de begrippen uit, zonder hulp van speler A, en speler C doet B na. Speler D komt nu van de gang en doet na wat speler C uitbeeldt. Kan speler D de WIE, de WAT, de WAAR én/of de HOE van de kaartjes raden?

En de kip?

Met de kip is het nooit meer goed gekomen. Van verdriet om het gestolen ei stierf zij een vroege, dramatische dood.

BLOG 3: The human object

een dramales in het Engels voor groep 7/8

verschenen in Praxisbulletin

 

“Ik had bijna niet door dat het in het Engels was!” verzucht Sarah opgelucht. Voordat de les begon, had ze haar zorgen geuit. Drama vond ze dan wel leuk, maar het was zo jammer dat het niet in het Nederlands was. Haar Engels was niet zo goed. Ik stelde haar gerust: “Doe maar gewoon mee, dan zal je zien dat het meevalt. En misschien word je stiekem ook nog beter in Engels.”

 

Ik gebruikte het woord stiekem, omdat het ook min of meer stiekem gaat. Ongemerkt en spelenderwijs leren de kinderen van een dramales in het Engels niet alleen hun sociaal-emotionele vaardigheden te ontwikkelen en hun fantasie te trainen, maar ook hun spreek- en taalvaardigheid in het Engels te verbeteren. De passieve en actieve woordenschat wordt groter en de kinderen spreken makkelijker. Bovendien beklijft de taal beter, simpelweg omdat de kinderen de taal aan den lijve ondervinden. Omdat niet alleen de hersenen, maar ook het lijf in beweging is, worden meerdere onderdelen van het brein tegelijkertijd geactiveerd en daardoor worden er meer verbindingen gemaakt. En het mooie is dat als kinderen er even niet uitkomen in het Engels, ze bij drama altijd nog de mogelijkheid hebben hun lichaamstaal te laten spreken.

 

Leuk al die voordelen, maar geef eens een les die ik gelijk kan toepassen. Komt ‘ie. Tijd voor de les!

 

  1. 10 seconds

In het spel ‘10 seconds’ komt het thema van deze les alvast aan bod: objects. Verdeel de groep in teams van 4 of 5 spelers. Deze teams verspreiden zich over de ruimte. Noem nu steeds een ander voorwerp in het Engels, zoals a house, a car, a bicycle, the Eiffel tower. Dit voorwerp moet elk team uitbeelden, waarbij ze niets anders mogen gebruiken dan zichzelf en iedere speler onderdeel is van het voorwerp. Hiervoor geef je ze steeds 10 seconden die je hardop aftelt, ten, nine, eight tot zero en bij zero eindigen alle groepjes in een freeze. Loop rond en kies een winnaar uit: zij die het voorwerp het origineelst of het beste hebben uitgebeeld. Een groep die na 0 nog beweegt, kan sowieso geen punt verdienen. Misschien weten de kinderen ook nog leuke voorwerpen om uit te beelden?

 

  1. Voorbereiding

‘The Human Object’. Vertel de kinderen dat je ze straks in groepjes van vier of vijf gaat indelen en dat ze een scène moeten maken, waarbij er twee kinderen acteur zijn en twee of drie kinderen de voorwerpen spelen. Geef elke groep een lijstje met een locatie en zes voorwerpen die ze tenminste in hun stukje moeten verwerken. (-> Wil je de locaties en de voorwerpen in je mailbox? Mail me even! info@dramanerds.nl) Ze mogen er ook nog meer objecten bij bedenken en helemaal leuk is het als sommige voorwerpen geluid maken. De acteurs hoeven niet te spreken in het stukje, maar als ze het doen, dan natuurlijk in het Engels. Geef de groepjes 10 a 15 minuten voorbereidingstijd.  Geef deze uitleg niet alleen verbaal, maar laat tijdens de uitleg ook zien wat je bedoelt. Gebruik een kind als deur, als kapstok of de hand van een kind als tandenborstel, zodat ook voor iedereen duidelijk wordt wat je bedoelt. Leg uit dat acteurs wel zoveel mogelijk met hun gezicht naar het publiek moeten spelen, maar dat dat voor de voorwerpen niet zo belangrijk is.

Tijd om te oefenen! Loop rond om te helpen bij groepjes die dit nodig hebben en geef af en toe aan hoeveel tijd ze nog over hebben.

 

  1. The Human Object

De groepjes spelen nu om beurten hun scène en aan het publiek vraag je te onthouden welke voorwerpen ze in het stukje hebben gezien en alvast te bedenken hoe die voorwerpen in het Engels heten. Na het stukje en het applaus vraag je het publiek welke voorwerpen ze hebben herkend. De woorden die niet geraden zijn, vraag je aan de spelers zelf.

 

  1. Nabespreking

Rond de les af met een nabespreking en vraag de kinderen welke woorden ze hebben geleerd, welke woorden ze al kenden, welke woorden jullie thuis gaan opzoeken, hoe ze zich voelden om op te treden voor de klas, welk stukje ze goed gedaan vonden en waarom. En ook hier: geef complimenten voor wat ze allemaal hebben gepresteerd.

 

Inmiddels is Sarah niet meer bang. Niet voor drama en niet voor Engels. Want het is zoals bij veel dingen die je eng vindt:

Gewoon Vaak Doen!

 

TIPS DRAMALES

OPBOUW

Een ideale dramales bestaat uit vier onderdelen.

 

  1. Warming-up. Kinderen komen niet goed tot hun recht op het podium als ze nét daarvoor achter een tafeltje keersommen hebben zitten maken. Begin daarom met een gezamenlijke opwarmer of spelletje. De kinderen warmen hun lijven op, je hebt als groep plezier en alle neuzen staan dezelfde kant op. Dit hoeft niet lang te duren; zelfs een korte gezamenlijke warming-up voldoet. Soms wordt deze stap overgeslagen omwille van de tijd, maar het positieve effect ervan is zo sterk dat dat eigenlijk zonde is. Kies een spel dat het thema van de les alvast introduceert.
  2. De kinderen krijgen de opdracht een scène te maken die ze daarna de anderen gaan laten zien en bereiden deze voor in groepjes.
  3. De kinderen spelen de voorbereide scènes en het publiek krijgt een kijkopdracht mee. Hoe het ook ging, elk optreden wordt altijd beloond met applaus en na het applaus stel je het publiek vragen over hun kijkopdracht.
  4. Nadat alle stukjes zijn geweest, is het fijn om als afsluiting nog even te evalueren. Wat vonden jullie moeilijk, leuk, grappig, mooi? Waarom? Welke nieuwe woorden heb je geleerd? Hoe voelde je je bij het optreden? Etcetera.

 

VEILIGE SFEER

Bij drama is een veilige en gezellige sfeer van levensbelang. Hierbij hoort alles wat bij een gezonde groepsdynamiek hoort: iedereen luistert naar elkaar, er wordt niet uitgelachen en de kinderen hebben aandacht voor wat de anderen doen. De leerkracht maakt altijd de groepjes, je mag het bij drama altijd even niet weten en als je iets écht niet durft, dan hoef je het niet te doen. Fouten bestaan niet en in het publiek ben je helemaal stil, tenzij het grappig is, dan mag je natuurlijk wel lachen.

 

PRAATJE PLAATJE DAADJE

Praatje, plaatje, daadje werkt in de sportles, maar ook heel goed bij drama. Wees expressief in je uitleg, zodat ook de kinderen die het Engels niet helemaal goed begrijpen ook snappen wat ze moeten doen. En hoe expressiever jij bent, hoe meer de kinderen zelf durven.

 

STEM, GEZICHT EN LIJF

Leer de kinderen dat het belangrijk is als het publiek alles goed kan zien en horen. Dit betekent dat ze op het podium luid en duidelijk moeten spreken, zoveel mogelijk met hun gezicht naar het publiek gaan staan en duidelijk met hun lijf en gezicht laten zien wat ze bedoelen.

 

TIPS ENGELS

ENGLISH ONLY

Praat zelf de hele les in het Engels. Geef dus alle instructies in het Engels en stimuleer de kinderen ook alles in het Engels te zeggen. Als een kind niet weet hoe hij of zij iets Engels zegt, mogen ze het gerust in het Denglish proberen, een mix van Dutch en English. Zo lang ze het maar proberen.

Uitzondering op de English only spelregel is als iets heel persoonlijk wordt, want dan spreekt iedereen namelijk het liefst zijn of haar moedertaal. Schakel dan gerust over op het Nederlands.

 

COMPLIMENTEN

Geef veel complimenten. Als de Denglish zin maar één woord Engels bevat, dan kan dit al een hele overwinning zijn voor een kind.

 

FOUTEN MAKEN

Stimuleer de kinderen fouten te maken in het Engels. Dit klinkt tegenstrijdig met je doel - de kinderen zo goed mogelijk Engels leren te praten - maar dat is het eigenlijk niet. Het grootste struikelblok bij een nieuwe taal spreken blijkt namelijk de angst om fouten te maken. Als je die drempel weg kan nemen, dan heb je al meer dan de helft gewonnen. Laat de kinderen voelen dat het absoluut niet erg is om het niet perfect te doen.

 

SPELLEN

Soms weet een kind precies wat hij wil zeggen, maar zegt het niets omdat hij bang is om het verkeerd uit te spreken. Je kunt dan vragen of het kind het woord wel kan spellen.

 

NIET ALTIJD WETEN

Pas de regel ‘Het is niet erg om fouten te maken’ ook op jezelf toe. De meesten van ons zijn nou eenmaal geen native speakers! Zo laat jij zien dat je ook aan het leren bent. Zet de woorden waar jullie samen niet uitkomen onder elkaar op één kant van een bord en zoek ze later samen op. Of geef het op als huiswerk.  Misschien is er een kind in de klas dat wel weet wat het woord is in het Engels. Fijn, zo leer je van elkaar.